Pages

Onrechtvaardigheidsgevoel

Wie 's lands nationaal en internationaal meest aansprekende en succesvolle voetbalclub een warm hart toedraagt, zal door de jammerlijke wijze waarop recentelijk kwalificatie voor een vervolg in de Champions League gemist werd al danig in zijn rechtvaardigheidsgevoel gekrenkt zijn. De twee ten onrechte afgekeurde doelpunten tegen Real Madrid en de bizarre ontknoping in Zagreb lieten de Ajaxfan in grote verslagenheid en met een groeiend gevoel van aangedaan onrecht achter.

Nog erger werd het na de loting voor het vervolg van de Europese tournooien. De uitkomst van die loting was als zout in de wonden van elke Ajaxliefhebber. Niet zozeer omdat Ajax in het nieuwe jaar in de Europa League meteen het grote Manchester United zal treffen. Het is een loting die een interessante confrontatie oplevert, maar voor de Amsterdammers zeer waarschijnlijk het eindstation in de race voor deze ernstig gedevalueerde troostprijs zal betekenen.

Het is met name het feit dat Olympique Lyon een plek bij de laatste acht van de Champions League mag veiligstellen tegen het nietige Apoel Nicosia, een ploeg die verreweg de minste broeder in het miljoenenbal is en zich nog dagelijks zal verwonderen over het feit dat het zich tijdens de loting in dezelfde bak als Real Madrid, Barcelona, en Bayern München bevond. Een ploeg waartegen Lyon enorm veel kans heeft, en Ajax ook gehad zou hebben als het zich had gekwalificeerd in plaats van de Fransen.

De term Lucky Ajax mag inmiddels wel met een korreltje zout genomen worden. Lucky Lyon mag daarentegen de boeken in.

Genode gasten (III)

Slechts één kruk aan de bar van dit chique hotel is onbezet; het zit hier vol met divers pluimage, met buitenlandse zakenmannen, met locals, met dagjesmensen, met jonge en oude zielen, met persoonlijkheden. Naast het aaibare meisje zit een lange veertiger. Hij is in gezelschap van vrienden of van collega’s of van bevriende collega’s. Dat denk ik omdat ze allemaal in pak zijn; er dus gelijkvormig uitzien en dat is een kenmerk van vrienden en van collega’s. Ik ben nooit in pak. Een meisje met blond haar en een paardenstaat die ze niet midden op haar achterhoofd zoals gebruikelijk, maar net iets meer naar links heeft vastgezet, praat met de persoon rechts van haar. Ze is niet onaangenaam om naar te kijken en ook niet knap. Haar gesprekspartner heeft zijn uiterlijk daarentegen minder mee. Hoewel hij niet lelijk is, heeft hij absoluut iets onaantrekkelijks, iets onsympathieks. Ik vraag me af of hij daar wat aan kan doen, dat het zijn persoonlijkheid is die door zijn uiterlijk spreekt; ik geloof namelijk stellig dat het uiterlijk het innerlijk weerspiegelt, en ik ben ervan overtuigd dat een mentale make-over hem wonderen kan doen. Wat natuurlijk ook kan is dat hij simpelweg met minder goede genen is bedeeld. Twee Aziatische meisjes van wie het moeilijk is op te maken of ze uit China of Taiwan komen, zelfs Vietnamese invloeden zijn mogelijk, drinken de thee en eten de te dure sushi. Waarom zitten mensen toch voornamelijk met zijn tweeën? Alsof we zijn gemaakt als helften, steeds verlangend naar het samen zijn met een andere helft, genetisch geprogrammeerd om in duo’s of veelvouden daarvan te functioneren; denk aan de meester en zijn gezel, het vier personen huishouden, de copywriter en de art director, de bestuurder en zijn bijrijder, de advocaat en zijn secretaresse, het liefdeskoppel. De zeggenschap over, de hiërarchie, de ondergeschiktheid lijken de alom aanwezige, universele, verbindende factoren. Ga na, de advocaat bepaalt het werk van de secretaresse, terwijl de secretaresse weet dat het werk zonder haar in de soep zou lopen, en bovendien wie moet er anders de klappen van ontevreden clientèle opvangen. Dan de geliefden die het ontbrekende in zichzelf bij de ander zoeken. Laat mij jou vullen! Vul mij! Archieven met films over dit onderwerp. We hebben de ander nodig om daadwerkelijk iets tot stand te brengen. Ik ben met niemand een duo, ik functioneer dan ook niet.

Ontzag

Bristol Cathedral, 25 november 2011
Mensen passen hun stemming vaak onbewust aan aan de sfeer die hangt in de omgeving waarin ze zich bevinden. Nergens is dat zo duidelijk als in een religieus huis. In de kathedraal waarin ik me bevind, heerst een serene rust. Het is niet de afwezigheid van geluid die tot deze rust leidt; de stilte wordt zo nu en dan onderbroken door het klak-klak van gelaarsde voeten op de geplaveide vloer of de galm van een in het slot vallende deur. Het is de aanwezigheid van een gevoel van ontzag. Niet alleen voor de majesteitelijkheid van het gebouw zelf, maar ook voor het doel waarvoor het gebouwd is. Zelfs een ongelovige als ik kan aan dit gevoel niet ontkomen. Het maakt me heel bewust van mijn omgeving en van mijn aanwezigheid daarin. Elke voetstap wordt overwogen genomen, om zo goed als het kan te voorkomen dat deze geluid voortbrengt. Want zal een misstap in een rumoerige ruimte nog in het gedruis wegvallen, op een plek als deze is het alsof er een alarmbel afgaat. Althans, zo voelt het. En dat is volgens mij ook precies de bedoeling. Je voelt dat je hier bekeken en gewogen wordt, of het nou door een hoger wezen is of door je medemens.

Belevingsrijkdom

De bewoners van Madurodam zijn druk in de weer. Onvermoeibaar draaien de autootjes, treintjes, bootjes, en vliegtuigjes hun eindeloze rondjes. Het feit dat er op deze grauwe koude dinsdagmiddag nauwelijks bezoekers in hun kleine stad zijn deert ze niet. Van het bestaan van een wijdere wereld buiten hun direkte omgeving zijn ze zich namelijk niet bewust. Hun aandachtsveld bestaat slechts uit de straten, sporen, waterwegen en landingsbanen waarover ze zich voortbewegen.

De aanwezigheid van medebewoners gaat volledig aan Madurodammers voorbij. Ze komen ze nooit tegen. De autootjes rijden altijd in precies dezelfde volgorde en op precies dezelfde afstand van elkaar over de snelweg. De treintjes stoppen zonder uitzondering elke keer op precies hetzelfde station, op precies dezelfde plek langs het perron, maar er stapt nooit een reiziger in of uit. De vliegtuigjes stijgen nooit op, de bootjes meren nooit aan, en passagiers gaan nooit aan of van boord. De bewoners van Madurodam hebben het op routine en langs elkaar heen leven gebaseerde bestaan geperfectioneerd.

Deze levenswijze voorkomt heel wat problemen. Want zonder interactie geen conflicten; zonder bewustzijn geen emoties; zonder verantwoordelijkheden geen zorgen. De keuze voor deze levenswijze is een bewuste, maar is niet door de Madurodammers zelf gemaakt. Van hogerhand wordt hun bestaan tot in detail gestuurd, door iemand die alles heeft wat zij niet hebben. Interactie, bewustzijn en verantwoordelijkheden. Conflicten, emoties en zorgen.

Beiden hebben op hun manier een rijk leven. De Madurodammers ontbreekt het binnen hun beperkte bestaan aan niets. Dat is rijkdom. Het leven van hun hogere hand kent daarentegen  geen grenzen. Het is onvoorspelbaar en vol mogelijkheden. Ook dat is rijkdom.

De vraag is: wie is rijker?